De afgelopen week heb ik met het mooie weer de donderdag en de vrijdag vrij genomen. Op het programma stond een paar dagen fotograferen in de Eifel. Het hoofddoel: de blauwe vuurvlinder. Deze prachtige vlindersoort heeft bij de juiste lichtinval een laag halogeen paarsblauw reflecterende schubjes. Erg bijzonder, dus een mooi doel om eens een keer een trip aan te besteden. Uiteraard probeer je ook de nodige andere mooie soorten die daar voorkomen mee te pikken. Een verslag van een heerlijke trip, om zo te proberen wat inzicht te geven in mijn aanpak.
Nog even een waarschuwing: ik probeer echt een beeld te schetsen van het hele programma, dus voor alleen plaatjes kijken gewoon lekker doorscrollen ;)
Vooraf had ik uiteraard een hoop gegoogled, rondgevraagd via e-mail en zo een goed beeld gekregen van een aantal goede locaties in de Eifel. Hieruit kwam als hoofdlocatie het prachtige perlenbachtal. Een beekdal dat beroemd is om de enorme hoeveelheden wilde narcissen die daar in het voorjaar bloeien. Een stevige wandelroute beschrijving van een bioloog die op zijn site de Eifel beschrijft was mijn uitgangspunt. Aangezien ik bij weinig slaap erg snel hoofdpijn krijg en ik ter plekke graag met zonsopkomst wilde fotograferen heb ik besloten om niet om 3 uur 's nachts te vertrekken zodat ik de eerste ochtend er al op tijd ben, maar mijn energie te sparen en de eerste dag als verkenningsdag te houden, zodat ik dan effectief aan de slag kon de volgende ochtend. Dus vertrokken ik en mijn vader (die wilde wel mee) om negen uur richting het zuiden.
Vanwege het al warme weer nemen we een korte pauze en uiteindelijk rijden we rechtstreeks naar het startpunt van onze wandelroute, het dorpje Hofen. Rond twaalf uur zijn we ter plekke. De wandelschoenen gaan aan, de fototas met onder andere 500 millimeter lens erin (zo'n 8 kilo alles bij elkaar) gaat de rug op en we lopen langs de stromende beek het dal, speurend naar mogelijke waterspreeuwen, die zich helaas niet laten zien. Maar de vlinders hebben nu ook absolute prioriteit, dus de aandacht ligt al meer op wat er in de rijk begroeide bermen van het pad rondvliegt. Een eerste veldje dat langs de beek ligt lopen we in. Ik hoop langs de oever misschien een uitgeslopen bosbeekjuffer te vinden, een zeldzame soort voor Nederland, maar tot onze verassing zie ik hier in een mooi begroeid strookje al de eerste vuurvlinders. De eersten zijn vrouwtjes en die hebben niet de blauwe glans, dus even twijfel ik of het misschien bruine vuurvlinders zijn (Van boven lijken de soorten erg veel op elkaar), maar al gauw komt er ook een mannetje langs vliegen en in vlucht zie je af en toe een paarse gloed. Mijn eerste aanraking met dit prachtige beestje. Uiteraard worden er wat foto's gemaakt, maar de diertjes zijn al wat versleten en op een volgend veldje staat in de routebeschrijving pas de blauwe vuurvlinder genoemd, dus ondanks dat er hier zeker vijf zitten lopen we gauw verder.
En ja hoor, ook op het volgende veldje staat het vol met adderwortel (de plant waarop de blauwe vuurvlinder haar eitjes afzet) en ook hier zien we al langs het pad een tweetal blauwe vuurvlinders vliegen. En ook de verwachte bonte dikkopjes zien we hier voor het eerst vliegen. Ook dit is een nieuwe soort voor mij, al komen ze op sommige locaties in Nederland wel voor. Wat een mooie beestjes. Om jullie geduld niet op de proef te stellen (uiteraard worden de mooiste foto's pas later genomen) hier alvast een foto van de mooie onderkant van de blauwe vuurvlinder. Het beestje is in het echt trouwens een vrij klein ding!
Ook op dit veldje worden wat foto's genomen, maar om niet de hele boel daar plat te stampen door achter de vlinders aan te rennen lopen we weer lekker verder over het pad. Tegen 5 uur zijn we een kleine 4 kilometer ver gewandeld. Niet echt een hoge wandelsnelheid, maar we hebben inmiddels een eerste aardbeivlinder, bonte dikkopjes, een bosbeekjuffer en zeker vijftig blauwe vuurvlinders gezien. Al een geweldige ervaring. Ook heb ik op een groot hooiland zeker twintig minuten achter een ringoogparelmoervlinder aangerend (een erg zeldzame soort), maar hij liet zich niet fotograferen. Terwijl mijn vader even uitrust in het zonnetje neem ik nog even goed de tijd om een mooie foto te maken van de blauwe vuurvlinder. Na wat experimenteren besluit ik dat ik graag wat minder registrerende foto's wil maken en dus stap ik over op mijn lievelingsmethode: tegenlicht. Zeker op het verse mannetje wat ik heb gevonden werkt dit goed omdat ze dan een mooie rand van witte franje langs de vleugel hebben. Grappig detail is dat hij hier op de narcis bladen zit te zonnebaden.
We lopen de route terug en besluiten te eten bij een restaurantje aan het begin van de route, want ik heb me bedacht dat ik graag nog een keer gaan kijken of ik nu in het laatste licht deze mooie soort kan fotograferen en ik hoop dat ik ze al op hun slaapplek kan vinden of dat ik de ringoogparelmoer kan vinden. Als ik 's avonds al weet waar ze hun slaapplek hebben gekozen hoef ik 's ochtends niet extra vroeg uit bed om hun slaapplek voor zonsopkomst te zoeken. Ik moet zeggen, na ongeveer 8 kilometer (plus alles kilometers achter vlinders aan ;)) gaat een koud biertje er wel erg goed in. Om 7 uur begint de zon al redelijk te zakken en herhaal ik de route. De eerste veldjes loop ik voorbij en waar we erg veel blauwe vuurvlinders hadden gezien ben ik wezen zoeken naar slapende vlinders. Het lag inmiddels namelijk in de schaduw van de bomen. Tot mijn verbazing geen vlinder te vinden dus loop ik verder. Op een volgend veldje valt net het laatste zonlicht en hier zitten de blauwe vuurvlinders nog prachtig met open vleugels het laatste licht op te vangen. En het lukt me hier om in dit mooie licht de blauwe glans te fotograferen. Helaas hebben alle vuurvlinders de vervelende eigenschap hun vleugels nooit volledig open te houden, maar altijd in een V. Ik kies er dus voor om een kant helemaal scherp te hebben.
Wanneer ook hier de zon verdwijnt achter de bomen ontdek ik de reden waarom ze niet op hun slaapplek te vinden zijn: ik zie een tweetal vlinders de bomen in vliegen. Mijn hoop om dus een slapend exemplaar te vinden is nogal getemperd en dus loop ik nog verder naar het veldje waar ik de ringoog gezien had in de hoop hem slapend terug te vinden. Na ruim een uur zoeken geef ik het op en loop de 4 kilometer weer terug. Tot mijn verbazing vind ik op de rand van dit veldje toch nog een blauwe vuurvlinder. Erg gaaf, ik heb een reden om vroeg op te staan. Al teruglopend blijf ik de randen van het pad scannen op slapende bonte dikkopjes en vlakbij het laatste veldje vind ik ook nog een slapende aardbeivlinder. Met statief maak ik nog een foto omdat het beestje er erg mooi bijzit, net voor een grote grijze kei.
Bij de auto aangekomen is 1 ding zeker, ik ben geen ervaren wandelaar, want de blaren staan op mijn tenen. Bij ons appartement aangekomen lees ik snel de foto's uit, bewerk de mooiste kort na en na een douche duik ik lekker het bed in. Het is dan half twaalf en de wekker staat op 5 uur. Helaas kan ik meestal niet zo goed slapen wanneer ik veel nieuwe indrukken heb dus ik slaap slecht. Maar goed, je bent niet elke dag in de Eifel, dus even doorbijten en om 5 uur eruit, een broodje mee voor ontbijt achter het stuur en gaan met die banaan. Een beetje jammer dat de plek waar ik twee vlinders weet te zitten een kleine 4 kilometer wandelen is, en dus stevig de pas erin. Bij de vuurvlinder aangekomen kan ik hem mooi onder de dauw fotograferen. Wel bijzonder, maar helaas is het niet mijn beste foto, en voordat de zon er op komt te staan blijkt het beestje zich in een onhandige hoek gedraaid te hebben waardoor ik er geen goede foto meer van kan maken. De zon blijkt in een erg onhandige hoek op te komen want om half 7 komen pas de eerste boomtoppen in het licht te staan. Ik neem nog wat tijd om te zoeken naar de ringoog, maar zonder succes.
Dus maar terug naar de aardbeivlinder. Jammer, maar zo langs het pad onder de bomen duurt het wel tot 's middags voor de zon er een keer op staat. Dus pluk ik het bloempje waar hij op zit (vlinders vliegen dus niet weg als het te koud is) en loop het veld waar de zon inmiddels op staat in. Binnen 30 seconden zijn de vleugeltjes open gevouwen en kan ik een foto maken als het beestje zijn vleugeltjes weid strekt om zo veel mogelijk warmte op te vangen. Al snel vliegt hij definitief weg en omdat het al weer negen uur is geweest loop ik terug richting het apartement. Op de terugweg valt mijn oog op de kleuren die reflecteren in de beek. De zon schijnt helder groen op de bomen, de lucht is strakblauw en dat geeft prachtige kleuren in het water. Ik neem dus zeker twintig minuten de tijd om hier wat abstracte foto's met lange sluitertijd te maken. Helemaal mijn ding en ik ben dan ook erg tevreden over een van de resultaten.
Hierna is het hoogste tijd om te ontbijten en dan op verkenning te gaan.
De middag gebruiken we om twee andere locaties te verkennen. Via wat tips had ik nog de naam van een mooi dal gekregen en dus rijden we die kant op (zo'n dertig kilometer verderop). Twee dalen worden verkend en in 1 treffen we vooral veel orchideën aan, in de andere weer een aantal blauwe vuurvlinders, maar vooral de bonte dikkopjes vallen hier op, zeker tien vliegen er op een veldje. Helaas begint mijn hoofd me rond drie uur te vertellen dat het zo genoeg is en dus rijden we terug naar ons appartement. Om 4 uur lig ik op bed. Ik hoop dat ik met een tukkie tot het eten nog weer wat moed heb om na het eten in het laatste licht te fotograferen. Helaas valt de hoofdpijn erg tegen en na het eten duik ik opnieuw het bed in.
Vanwege de hoge bomen om het veldje waar de vele dikkopjes zaten besluiten we 'uit te slapen' tot 7 uur. We kunnen dan de auto inpakken en vanaf half 8 is het mogelijk te ontbijten. Na het ontbijt gauw richting de bonte dikkopjes. Helaas blijkt het hele veldje dit keer al wel volop in de zon te liggen, maar gelukkig zijn de dikkopjes nog niet echt opgewarmd, dus houden ze hun vleugels nog mooi open af en toe. Dat levert, zeker bij dit vrij kleurrijke vlindertje, mooie plaatjes op.
Tot mijn positieve verassing maken ook nog twee prachtige, verse ringoogparelmoervlinders hun opwachting en geven mij de kans hun mooie oranje bovenkant prachtig te fotograferen. Af en toe wil een van de twee prima met gesloten vleugels blijven zitten, dus ook de onderkant, waar de karakteristieke ringetjes te zien zijn, kan prima worden gefotografeerd.
Mijn vader had, toen ik met hoofdpijn op bed lag, het stadje Monschau nog verkend en daar in de stad zowel waterspreeuw als grote gele kwikstaarten gezien. Leuke soorten om te fotograferen, dus na twee uur vlinders fotograferen word het tijd te bewijzen dat ik mijn 500 millimeter niet voor niets meezeul. We gaan het stadje in en komen helaas alleen een grote gele kwikstaart tegen. Ik moet zeggen, met een grote telelens middenin een toeristisch stadje fotograferen trekt de nodige aandacht. Inmiddels is het twee uur 's middags en ik wil voor 5 uur nog mijn vlinder monitoring route voor de vlinderstichting lopen.
Dus met twee stevige blaren, zere voeten van het vele wandelen, drie tekenbeten en ruim duizend foto's rijd ik als een bijzonder tevreden man naar huis.