De zomervakantie had dit jaar een bijzondere bestemming waar je weinig Nederlanders tegenkomt: Sardinië. Dit prachtige, grote eiland hoort bij Italië en door de afgelegen ligging midden in de Middellandse zee in combinatie met de relatief korte afstand tot Afrika komen er een aantal bijzondere (endemische) insectensoorten voor. Mijn belangrijkste doelwit was de prachtige groene haaklibel. Maar ook andere soorten stonden hoog op het verlanglijstje. Buiten de insecten om was ook de prachtige kust met zijn heldere, blauwe zee een goede reden om die kant op te gaan. Bij deze een indruk van de reis, een deel van de soorten en extra foto's zullen hier met extra updates worden toegevoegd de komende tijd.
De eerste week hebben we een huisje aan de westkust geboekt, vlakbij Lago di Baratz, een van de weinige natuurlijke meren op Sardinië en huis voor vele libellen. Bij aankomst bleek het bijzondere karakter van de natuur al direct: in de tuin van ons huisje en in de dakgoot zaten in plaats van huismussen spaanse mussen en in plaats van spreeuwen de zwarte spreeuw. Twee vogelsoorten die ik nog nooit had gezien of gefotografeerd en daarnaast vond ik met wat zoeken in de tuin ook al bruin blauwtje, vale argusvlinder en gaffelwaterjuffer. Vier soorten die nieuw voor mij waren in de tuin is natuurlijk een bijzonder leuk begin. De spreeuwen laten zich lastig fotograferen, maar de mussen zijn niet echt schuw te noemen en al snel kan ik onderstaande foto van een mannetje maken. Zoals te zien is viel het weer wel wat tegen: regen op Sardinië in juni, dat viel wel even tegen.
Een kort bezoekje aan het meer levert, ondanks het slechte weer, een eerste lange oeverlibel op, mijn eerste Tyrrheens lantaarntje, zuidelijke keizerlibel en we ontdekken een andere rijkdom van het eiland: het barst hier werkelijk waar van de hagedissen. De maandag bezoeken we het mooie kuststadje Alghero en op de kuifaalscholvers die hier in de zee vissen en de zwaluwen na valt hier weinig natuur te fotograferen. Dinsdag is het weer nog steeds niet al te best met veel bewolking. Ondanks dat er weinig libellen actief zijn met dit weer besluit ik toch weer een kijkje te nemen bij Lago di Baratz. Zoals gevreesd weinig activiteit, maar wel een ontzettend leuke meevaller: ik vind een windvaantje die vanwege het bewolkte weer geen zin heeft om weg te vliegen en zich dus geweldig mooi op de foto laat zetten. Helemaal leuk als je bedenkt dat volgens mijn meest recente libellengids het windvaantje hier niet eens voorkomt, een bijzondere waarneming dus. En naast bijzonder ook een erg mooi libelletje.
's Middags bezoeken we Capo Caccia. Deze klif steekt ver de zee in en onderaan de klif is een prachtige druipsteengrot die te bereiken is via een enorm aantal treden in de klifwand. Een mooie wandeling want op de kliffen hebben geelpootmeeuwen jongen op een meter van het pad en laten zich goed fotograferen. Een portretje is mogelijk op 200mm, maar nog leuker is het natuurlijk van de kans gebruik te maken door een groothoekopname van de meeuwen in hun habitat te maken.
We besluiten 's avonds met zonsondergang terug te rijden naar Capo Caccia voor de zonsondergang. Dit levert een mooie sfeerbeeld op van de geelpootmeeuwen.
Woensdag is opnieuw het weer niet zo goed dus besluiten we richting Stintino te rijden. Deze noordpunt van het eiland bevat een aantal brakke meren en een mooi strand. Zwemweer is het niet, maar kijken kan altijd en ik ben erg benieuwd wat ik er aan natuur aan zal treffen. Dat blijkt niet tegen te vallen want het lukt hier om de ralreiger te fotograferen en we ontdekken honderden boomkikkertjes die zich alleen niet al te gemakkelijk laten fotograferen. Niet zo gek gezien het feit dat dit kikkertje (nog geen twee centimeter groot!) sprongen van 20 tot 30cm maakt en in no-time tussen de begroeiing verdwijnt. De oplossing is er eentje vangen en op je vinger te nemen, dan zie je direct hoe klein ze zijn. Dit kikkertje zit op de vinger van Margreet. Mijn vrouw.
We rijden na Stintino door naar Stagno di Platomona, een ander natuurlijk meer die wel bekend is onder de libellenliefhebbers. Met ontzettend veel geluk zou je hier vaandeldrager kunnen zien en ik hoop ook op bandgrondlibel, maar met dit weer valt er weinig te beleven. Ik vind wel een kaasjeskruiddikkopje en een lange oeverlibel, maar daarmee houden de kansen wel op. Dus op naar het huisje om lekker te relaxen. Het blijft tenslotte vakantie.
Donderdag ochtend is er eindelijk echt wat zon en sta ik lekker vroeg op om even te fotograferen bij Lago Baratz terwijl Margreet lekker uitslaapt. De zon doet wonderen en er vliegen enorme aantallen libellen rond. Ik krijg mijn eerste kans om de prachtige, tropische purperlibel te fotograferen. Ik zie zelfs een pasja langs vliegen, maar helaas laat deze bijzondere vlinder zich niet fotograferen. Samen met Margreet vertrek ik naar een dorpje met kasteel dat langs de kust is gebouwd. De rotsige kust in combinatie met de wat ruigere zee is een prachtig gezicht en zowel de kust met zijn honderden geelpootmeeuwen als het dorpje zelf zijn het fotograferen waard. Onderstaande foto is mijn persoonlijke favoriet van de trip, een eenzame geelpootmeeuw die in dit ruige stukje natuur in zijn element is.
Ik gebruik een statief en lange sluitertijden om rond zonsondergang een aantal landschapsfoto's en abstracte opnames van de kust te maken.
Vrijdag staat gepland als een echt libellen dagje. Op een uur rijden ligt Lago di Coghinas. Dit enorme meer zou met veel geluk groene haaklibel of zelfs vaandeldrager op moeten kunnen leveren. Dankzij een veldexcursie van vorig jaar heb ik de gps coördinaten van een mooie beek die in het meer uitmond en waar erg veel libellen waargenomen zijn. Ter plekke blijkt het wel erg tegen te vallen want waar 100 beekoeverlibellen gezien zijn zie ik er geen een vliegen en moet ik het doen met een eenzame vuurlibel. Wel bijzonder is dat ik op die locatie een kwak (kleine, zeldzame reigersoort) zie en driemaal een hop. Helaas heb ik mijn telelens niet bij de hand, dus moet een bewijsplaatje met mijn macrolens volstaan. Ondanks dat de aantallen libellen erg tegenvallen lukt het wel om hier Tyrrheens lantaarntje en de lange oeverlibel op de foto te zetten. Een erg leuke bijkomstigheid is de aanwezigheid van een tweetal grote vossen, een nieuwe vlindersoort voor mij.
We bezoeken ook nog een kerkje bij het meer en hier werken de vogels erg goed mee: de hop laat zich zien, maar helaas levert een foto op elektriciteitsdraad niet zo'n mooi plaatje op. De puttertjes en een veldleeuwerik laten zich wel prima fotograferen. Ook het uitzicht over de glooiende velden met steeneiken is een foto waard.
Zaterdag is onze laatste dag in deze hoek van Sardinië en dus ga ik er nog een keer vroeg uit om Lago Baratz met een laatste bezoekje te vereren. Margreet slaapt ondertussen lekker uit en waar ik al een poosje op hoopte lukt dit keer. Terwijl normaal gesproken de meeste libellen die hier uitsluipen in de struiken langs het water hangen heeft een vuurlibel dit keer gekozen voor een bies, iets wat het fotograferen een stuk eenvoudiger maakt. Het feit dat hij vlak onder zijn oude larvehuidje zijn vleugels langzaam oppompt maakt het geheel een prachtig scenario voor een tegenlicht opname. De libel en het oude huidje zijn beiden nog doorzichtig en omdat de zon wel op de libel staat maar niet op de achtergrond ontstaat er een prachtig contrast. Dit levert een andere persoonlijke favoriet op. Een detail is dat in Nederland de larvehuidjes van een vuurlibel gitzwart zijn, dus dat een foto als deze niet in Nederland te fotograferen is.
De rest van de dag besteden we aan het rijden naar de oostkust van het eiland, met onderweg een stop bij het meer van Coghinas. Het meer levert helaas geen nieuwe waarnemingen op, maar onderweg zie ik nog wel een roodkopklauwier in de struiken langs de weg zitten. Dus in de eerste de beste mogelijke locatie de auto de berm in gedrukt en met telelens voorzichtig terug gelopen. Hij blijkt niet heel erg schuw te zijn en laat zich dus van vrij dichtbij fotograferen. De zon had iets meer achter mij mogen staan voor een perfecte foto, maar dat mag de pret niet drukken, vooral niet omdat dit ook voor het eerst in mijn leven is dat ik deze mooie vogel zie en hij erg hoog op het verlanglijstje stond voor deze vakantie.
De zondag besteden we rustig en na lekker uitslapen en de tijd nemen om de zondag te vieren besluiten we nog een kleine verkenningstocht in de omgeving te maken. We bezoeken een prachtige bron waarbij je vanaf de rand meters diep het water in kan kijken op de plek waar het water uit de grond komt. Een beekoeverlibel laat zich goed fotograferen, opnieuw zie ik een grote vos en enorme aantallen hagedissen. We wandelen nog wat in de omgeving en komen langs een stijl paadje in de heuvel tot mijn verassing een drietal schemerlibellen tegen. Bijzonder, aangezien deze soort volgens de boekjes pas over een week of 3 het water uitkomt en er dus simpelweg nog niet zou moeten zijn. Een hele leuke meevaller. Dat ik op hetzelfde pad ook nog mijn eerste Corsicaans hooibeestje tegenkom is helemaal geweldig.
Maandag word een grote zoektocht naar de groene haaklibel. Volgens mijn libellengids heb je goede kansen op dit prachtige beest bij de rivieren bij Posada, dus rijden we die kant op en met behulp van onze kaart en het navigatiesysteem zoeken we zo veel mogelijk locaties in de omgeving van Posada en Thorpe af op zoek naar de groene haaklibel. Helaas kunnen we er geen een vinden, maar wel een hele leuke ontdekking was het vinden van de bandgrondlibel. Deze libel komt maar op een erg beperkt aantal locaties voor en zou volgens de verspreidingskaartjes hier ook niet voorkomen, dus is het een erg verrassende en leuke ontdekking. We vinden 1 uitgekleurd mannetje, een jong mannetje en zeker vier vrouwtjes. De foto's bewaar ik nog even voor een update, maar ook vlogen op dezelfde locatie een paar uitgekleurde purperlibellen rond en die lieten zich ook prachtig fotograferen.
Na een dagje speuren naar libellen word het weer tijd voor een meer gezamenlijke vakantie invulling en dus hebben we een boottocht geboekt waarbij we de mooie stranden van de golf van Orosei bezoeken. Dit betekend heerlijk zwemmen in een heldere, prachtig blauwe zee en liggen zonnen op witte stranden die door rotsen omgeven zijn en alleen per boot bereikbaar. Uiteraard gaat de camera wel mee, maar de macrolens word verruild door de 24-70.
Donderdag wil Margreet het ook rustig aandoen en dus zet ik de wekker wat vroeger zodat ik in mijn eentje in de buurt nog wat libellen kan zoeken. Vlakbij ons dorp hadden we op de navigatie nog een meer gezien die niet op de kaart stond. Wat een meer leek op de navigatie bleek een brede zone met heel veel riet en in het midden een stromende rivier, maar dat was misschien wel net zo interessant. Er bleken honderden koperen beekjuffers (Calopteryx haemorrhoidalis) rond te vliegen en ook grote aantallen vlinders, vooral veel oranje luzernevlinders en een enkele koninginnenpage. De beekjuffers lijken hier iets minder schuw dan in Zuid Frankrijk en dus kan ik er wat leuke foto's van maken.
's Avonds wil ik er toch nog even uit en dus gaan we samen nog een keer terug naar het bergpad in de buurt van de bron. Op dit pad had ik namelijk Corsicaans hooibeestje gezien, maar ik was nog niet helemaal te spreken over de foto's. In de hoop dus met betere resultaten terug te komen gaan we om een uur of 5 die kant op zodat de vlinders zo langzamerhand weer iets rustiger zijn dan midden op de dag. De strategie blijkt te werken want het lukt opnieuw om een hooibeestje te vinden en omdat de bergwand al in de schaduw ligt staat het beestje op het punt om te gaan slapen. Hoe kiest een prachtig takje uit als slaapplaats en dus kan ik tevreden naar huis, met een goede opname van dit mooie vlindertje. Ook kom ik nog een bruin blauwtje tegen. Ik heb al erg mooie foto's van deze soort, maar dit exemplaar valt op doordat hij erg donker is. Na wat leeswerk in mijn vlindergids bleek dit kenmerkend te zijn voor de mannetjes van de eerste generatie. Zo ontdek je nog eens wat!
Vrijdag is de allerlaatste vakantiedag en bezoeken we Monti del Gennargentu. Deze bergpiek is onderdeel van een nationaal park op Sardinië en is de beste locatie voor het vinden van een aantal endemische vlindersoorten die alleen hier voorkomen en nergens anders ter wereld. Fonni is het plaatsje dat meerdere keren word genoemd in de vlindergids en dat er nog twee meertjes vlakbij Fonni liggen maakt het helemaal interessant. De plannen waren goed, maar de praktijk bleek helaas tegen te vallen. Het Sardijns bruin zandoogje hebben we veel te zien gekregen, maar die liet zich erg slecht fotograferen. Het Sardijns tijmblauwtje liet zich helemaal niet vinden en ook de gehoopte heivlinders lieten zich niet zien. Positieve verassing was meerdere snuitvlinders, maar die waren weer zo snel en schuw dat ik geen acceptabele foto's heb kunnen krijgen. Wel maak ik bij de meren nog een paar goede foto's van het Tyrrheens lantaarntje, maar de groene haaklibel was er helaas niet te vinden.
Geen nieuwe soorten meer dus op deze afsluitende dag, maar met ruim 50 foto's voor de soortenlijst, een paar mooie portfolio foto's en een setje bijzondere dieren is voor mij de vakantie toch zeker geslaagd. Zeker als je bedenkt dat ik in twee weken tijd 27 libellensoorten en 17 vlindersoorten gezien heb. Voor de groene haaklibel zal ik nog eens terug moeten komen zullen we maar denken. De gefotografeerde soorten tijdens deze trip (oranje soorten zijn nieuw):
Libellen
- Windvaantje
- Gaffelwaterjuffer
- Tyrrheens lantaarntje
- Purperlibel
- Lange oeverlibel
- Schemerlibel
- Noordelijke bandgrondlibel
- Vuurlibel
- Zuidelijke heidelibel
- Zuidelijke oeverlibel
- Beekoeverlibel
- Koperen beekjuffer