Dwergblauwtje (Cupido minimus)
Uiterlijk: Het dwergblauwtje doet zijn naam eer aan. De soort is nog geen centimeter groot en daardoor onmogelijk met andere soorten te verwarren. Qua patroon van de onderkant lijkt de soort het meeste op het klaverblauwtje.
Voorkomen: In Nederland is er geen vaste populatie, maar in Zuid-Limburg zijn regelmatig zwervers omdat er in België vlak bij de grens meerdere populaties zijn. Buiten Nederland is de soort niet zeldzaam. Ze komen in grote delen van Europa voor en kunnen bijvoorbeeld in de Eifel in grote aantallen vliegen.
Waardplant: Het dwergblauwtje is gebonden aan wondklaver: een klaversoort van schrale, kalkhoudende grond.
Vliegtijd: Het dwergblauwtje vliegt in 2 generaties vanaf eind april tot augustus. De 2e generatie is meestal een stuk kleiner, dus de grootste aantallen vliegen in mei en juni.