IJsvogel (Alcedo atthis)
Een hoog gilletje gevolgd door een snel vliegend, helderblauw vogeltje die vlak over het water scheert. Dat is hoe je de ijsvogel vaak tegenkomt in de natuur. Eerst het kenmerkende geluid, gevolgd door een kort waarneming. De ijsvogel is Nederlands meest kleurrijke vogelsoort met een oranje buik, blauwe vleugels en helderblauwe, bijna metallic lichtblauwe rug. Een absolute favoriet onder vele natuurfotografen vanwege zijn schoonheid.
IJsvogels zijn vrij kleine, gedrongen vogels die met hun dolkvormige snavel vis en soms ook amfibiën of waterinsecten vangen. Dit gebeurt het liefst vanaf een overhangende tak, maar soms bidden ijsvogels ook waarna ze als een speer recht naar beneden duiken. Het biotoop bestaat dus uit water, en omdat de ijsvogel hun nesthol uitgraven in een verticale zandoever. Ze hebben hierdoor een voorkeur voor stromende beken, die door hun meanders mooie 'ijsvogelwanden' uitgraven in de buitenbocht.
De naam ijsvogel is nogal verwarrend omdat ijsvogels massaal de hongerdood sterven als er ijs ligt: het voedsel is op dat moment logischerwijs onbereikbaar. In harde winters kan de ijsvogelpopulatie dan ook decimeren. De ijsvogel is gelukkig in staat om in goede jaren met zachte winters soms drie nesten jongen per jaar groot te brengen, dus de populatie kan zich in enkele jaren herstellen. Logischerwijs is de soort in zuid Europa algemeen aangezien de winters daar zachter zijn. De noordsgrens bereikt de ijsvogel in het zuiden van Scandinavië